Marechal NV - Tuincentrum boomkwekerij

onsdag, oktober 27, 2004

LEIDEN VAN BOMEN

LEIDEN VAN BOMEN

Meest gebruikte leibomen:



- Tilia europaea ‘Pallida’ (leilinde)

- Platanus x acerifolia (plataan)

- en soms ook Carpinus betulus (haagbeuk)




Deze bomen hebben zeer soepele (plooibare) takken en laten zich daardoor gemakkelijk leiden.



Plantafstand:



Deze bomen worden best 3 à 5m uit elkaar gezet. Dit naargelang de afstand die beplant moet worden. In het midden tussen de bomen komt er telkens een paal te staan.

LET OP: Na de laatste boom komt er nog een paal op 1,5 à 2m.



Hierna wordt het latwerk (of spandraad) bevestigd aan de palen. De hoogte waarop je begint te leiden kies je zelf:



- 1,80m: Hierdoor belet je inkijk (vb. van de buren). Je kijkt eigenlijk op de kroon van de boom waardoor het zicht beperkt wordt.

- 2m à 2,20m: Je hebt nog doorkijk. Op deze manier zit je niet ingesloten. (minder privacy)





Het leiden van de takken gebeurt om de 50cm, deze worden aangebonden met binddraad. Je kan al naargelang (3), 4 of 5 niveaus maken.



Enkel de takken de je nodig hebt en die zich het dichtst bij het latwerk (draad) bevinden worden gebruikt om te leiden. Alle andere takken worden weggesnoeid.



Soms kan het zijn dat er op een bepaald niveau geen enkele tak voldoet om te leiden. Maak dan gewoon met een mes een slipje in het hout. Zo wordt de sapstroom onderbroken en stapelt de voeding zich plaatselijk op. Op deze manier wordt de aanmaak van knoppen (en takken) beïnvloed.